Programma 1

Sociaal domein

Vanaf 1 januari 2015 is er een hoop veranderd voor de gemeenten. De drie decentralisaties brengen veel taken naar de gemeente op het gebied van werk, zorg en jeugd. De zorg is daardoor dit jaar dichterbij de inwoner gekomen, waarbij het nieuw opgerichte gebiedsteam de toegang is voor inwoners voor hulp en ondersteuning. Inwoners die in 2014 zorg of ondersteuning via de AWBZ ontvingen hebben dat in 2015 ongewijzigd onder de Wmo ontvangen.

Begroot € 3.925
Realisatie € 2.866
Resultaat € 1.060

Thema's

Jeugd

Wat willen we bereiken?

Ieder kind en iedere jongere groeit op in een veilige en gezonde omgeving. We bevorderen de mogelijkheden die jongeren krijgen om hieraan zelf vorm te geven. Ze doen mee aan de samenleving en we geven ze de mogelijkheid hun talenten te ontwikkelen. We doen een beroep op het zelf oplossend vermogen van een gezin en de manieren om hun sociale omgeving om hulp of ondersteuning te vragen. Waar nodig ondersteunen we jongeren en/of hun ouders/opvoeders. We zetten sneller professionele hulp in. Binnen het Passend Onderwijs krijgt een kind een aanbod dat bij hem of haar past.

Wat hebben we bereikt?

Het onderzoek van De Publieke Factor naar de status van het pedagogisch klimaat en de kwaliteit van de pedagogische basisvoorzieningen in Oosterwolde en Haulerwijk geeft inzicht in hoeverre de pedagogische civil society werkt. Het Preventieplan Jeugd geeft richting aan de acties die nodig zijn om veilig en gezond op te groeien in Ooststellingwerf en de netwerken in de buurten te versterken. Het gebiedsteam zoekt zijn rol in dit lokale netwerk. We zijn gestart met het maken van goede afspraken met het onderwijsveld over het Passend Onderwijs en om de relatie tussen zorg en onderwijs gestalte te geven.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Met ingang van 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet. Daarvoor is in onze gemeente het Gebiedsteam 0 tot 100 opgericht. Om snel goede hulp te kunnen bieden hebben we naast de regionaal ingekochte zorg met 24 Friese gemeenten gezamenlijk, ook lokaal zorg ingekocht voor jeugd (voormalig Jeugd AWBZ extramuraal). Daarnaast voeren we overleg met lokale partners zoals onderwijs, Stichting Scala, en kinderopvang. Dit heeft geresulteerd in het opstarten van de LEJA (Lokale Educatieve Jeugd Agenda) en het Preventieplan Jeugd 2016. Met De Friesland Zorgverzekeraar zijn we in gesprek over de inzet van de Praktijkondersteuner Huisarts Jeugd GGZ (POH J-GGZ). Hierop vooruitlopend zijn we lokaal, in samenwerking met huisartsen, gestart met de voorbereidingen voor een consulent Jeugd en Gezin.

Wat merkt de inwoner ervan?

We regelen lokaal wat kan en regionaal/provinciaal wat moet. In 2015 is de zorg dichterbij de inwoner gekomen. Voor vragen of lichte vormen van hulp en ondersteuning weten zij bij wie ze terecht kunnen en worden ze snel geholpen. Het Gebiedsteam is hierbij de gemeentelijke toegang voor inwoners tot hulp en ondersteuning. Er is een focusgroep jonge mantelzorgers gestart, om deze groep zo optimaal mogelijk te ondersteunen. We betrekken jongeren actief bij het vormen van gemeentelijk beleid. Zij kunnen via moderne communicatiekanalen hun ideeën geven over gemeentelijke ontwikkelingen.

Wet maatschappelijke ondersteuning (inclusief AWBZ)

Wat willen we bereiken?

We vergroten de zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen en ontvangen zorg dichtbij huis.

Wat hebben we bereikt?

We hebben voor nieuwe Wmo-taken een ‘zachte landing’ gerealiseerd. Dit betekent dat inwoners die in 2014 zorg of ondersteuning via de AWBZ ontvingen, dat in 2015 ongewijzigd onder de Wmo hebben ontvangen. Binnen de bestaande Wmo-taken is de hulp bij het huishouden voortgezet. Hierdoor is er in onze gemeente geen onrust ontstaan. In 2015 zijn de kaders voor persoonsgebonden budgetten (pgb’s) vastgesteld en gecommuniceerd met de doelgroep. Voor 2016 zijn nieuwe prijsafspraken met aanbieders gemaakt. De grote hoeveelheid bestaande codes, bedoeld om zorg toe te kennen, zijn hierbij sterk ingedikt. Hierdoor is het werk voor het Gebiedsteam en aanbieders vereenvoudigd.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Met 200 OWO-aanbieders van zorg of ondersteuning zijn uitvoeringsafspraken gemaakt en aangepast. Sinds juli 2015 mogen aanbieders binnen die afspraken de hulp bij het huishouden leveren. Voor een goede samenwerking met het Gebiedsteam zijn drie zorgmarkten met aanbieders georganiseerd. Ook is er een bijeenkomst voor aanbieders geweest, met uitleg over facturatie en administratieve processen.

In het eerste halfjaar is er intensief overleg geweest met het Gebiedsteam op casusniveau. Indicaties voor een PersoonsGebonden Budget die op 31 december eindigden zijn verlengd tot mei 2016. Bij zorg in natura is deze termijn afhankelijk van de individuele situatie. Binnen het Sociaal Domein is een risicoanalyse opgesteld om de risico’s in beeld te brengen en beheersmaatregelen te benoemen.

De Raad is tijdens drie thema-avonden bijgepraat over het thema krimp, waarvan de laatste avond gericht was op de zorg. Inwoners boven de 65 jaar zijn benaderd voor een huistest over bewustwording van langer thuis blijven wonen. Hiervoor is samengewerkt met de Voorlichtingsadvies Commissie Ooststellingwerf. Via onze website is de ‘Vraagwijzer’ geïntroduceerd. Doel hiervan is de zelfredzaamheid te bevorderen.

Wat merkt de inwoner ervan?

2015 stond in het teken van overgangsrecht. Bestaande indicaties zijn verlengd. Voor de inwoner betekende dit voortzetting van zorg of ondersteuning en daardoor is onrust of onduidelijkheid voorkomen.

Participatie

Wat willen we bereiken?

Meer mensen doen mee aan de samenleving en benutten hun talenten. Werk biedt daarvoor het beste perspectief. Meer mensen (met of zonder arbeidshandicap) gaan aan het werk. Jongeren gaan (weer) naar school om een startkwalificatie te halen. Inwoners zetten zich in voor vrijwilligerswerk of een tegenprestatie. Voor wie de mogelijkheden om te participeren beperkt zijn, bieden we zinvolle dagbesteding.

Wat hebben we bereikt?

In 2015 lag de focus sterk op uitstroom naar werk voor uitkeringsgerechtigden mét of zonder arbeidshandicap. De uitstroom naar werk van kansrijke uitkeringsgerechtigden zonder arbeidshandicap is onverminderd hoog gebleven. De eerste uitkeringsgerechtigden met een arbeidshandicap zijn bemiddeld naar reguliere arbeid (baanafspraakbanen) of een leerwerkplek. Een hoog percentage jongeren is terug gegaan naar school. Uit onderzoek blijkt dat tenminste 30% van de uitkeringsgerechtigden in Ooststellingwerf zich inzet voor vrijwilligerswerk of mantelzorg. Zij geven hiermee al invulling aan de tegenprestatie. Voor de uitkeringsgerechtigden die beperkte mogelijkheden hebben om te participeren, zijn instrumenten vanuit een integrale samenwerking met de Wmo ingezet.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

In 2015 is het participatiebeleid verder vormgegeven. Belangrijke pijlers hierin zijn: uitstroom naar werk, het behalen van een startkwalificatie voor jongeren en de arbeidsparticipatie van uitkeringsgerechtigden met een arbeidshandicap.

Voor het verwachte tekort op het inkomensdeel (BUIG budget) is een plan ontwikkeld om de uitkeringskosten te beheersen. Dit doen we door extra in te zetten op re-integratietrajecten en handhaving. Voor de uitstroom van kansrijke uitkeringsgerechtigden hebben we directe bemiddeling naar de arbeidsmarkt ingezet. Er zijn goede onderlinge contacten met de lokale werkgevers. Dit leidt tot succesvolle matching op de arbeidsmarkt. Ook het gezamenlijke werkleertraject met Liante en ROC Friese Poort was heel succesvol. Bijna alle deelnemers behaalden startkwalificaties en/of uitstroom naar regulier werk. In 2015 is, als vervolg hierop, gestart met het Wijkleerteam.

Voor de bemiddeling van uitkeringsgerechtigden met een arbeidshandicap werd een expert ingezet met werkervaring binnen het Praktijkonderwijs. Deze deelt zijn kennis en vaardigheden ook met de uitvoering. Jongeren die nog niet beschikken over een startkwalificatie, verwijzen we naar het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) voor een advies over de leerbaarheid. Het doel hiervan is de jongere terug te leiden naar een passende opleiding.

Voor uitkeringsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt gebruiken we instrumenten die gericht zijn op het ontwikkelen en ontdekken van de intrinsieke motivatie. Een voorbeeld hiervan is: ‘Voor de wijk – Door de wijk’. Binnen de trajecten stimuleren we deelname aan vrijwilligerswerk. Uitkeringsgerechtigden met beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt krijgen een traject aangeboden gericht op zijn of haar mogelijkheden. Deze instrumenten zetten we integraal in vanuit de Wmo en de Participatiewet. Het gaat hierbij om (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werk. In 2015 is hiervoor een pilot van start gegaan.

Wat merkt de inwoner ervan?

We motiveren en begeleiden uitkeringsgerechtigden om weer uitkeringsonafhankelijk te zijn en de regie over hun eigen leven terug te pakken. Het doel is dat de uitkeringsgerechtigde weer participeert in de samenleving, bij voorkeur door werk. Het re-integratiebeleid is niet alleen gericht op een verbetering van de positie van de uitkeringsgerechtigde. Door aan de samenleving deel te nemen, dragen ze ook bij aan die samenleving. De inzet van uitkeringsgerechtigden aan ‘Voor de wijk – Door de wijk’, ‘het Wijkleerteam’, ‘Iedereen in beweging’ en de tegenprestatie, levert een directe bijdrage aan de andere inwoners van onze gemeente.

Wat willen we bereiken?

Met ingang van 2015 beheersen we de uitgaven voor de WSW door een versnelde afbouw. We doen dit verantwoord, met oog voor de medewerkers.

Wat hebben we bereikt?

Op 5 december 2014 heeft het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening de ontwikkelrichting voor de komende jaren vastgesteld. Die bestaat uit drie sporen:

  • De acht gemeenten willen beschut werken (in het kader van de WSW) blijvend door Caparis NV laten uitvoeren.
  • Caparis NV onderzoekt welke diensten ze kan aanbieden in de behoefte van gemeenten bij de uitvoering van de Participatiewet en Wmo.
  • Gemeenten onderzoeken de mogelijkheden om gecontroleerd, in de tijd gefaseerd, de uitvoering van de WSW versneld af te bouwen.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Er is een interne werkgroep Herstructurering Sociale Werkvoorziening gevormd van de acht gemeenten en Caparis NV. Deze werkgroep heeft de strategische ontwikkelrichting uitgewerkt. In oktober 2015 heeft de werkgroep een eindrapportage opgeleverd. Caparis en de gemeenten werken een nadere concretisering uit. Vijf gemeenten, waaronder de OWO-gemeenten, hebben aangegeven aan (een deel van) hun SW’ers passend werk te willen bieden. Dit zal na de aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling in 2016 nader vorm en inhoud krijgen.

Wat merkt de inwoner ervan?

Inwoners van onze gemeente die een vast dienstverband hebben in de WSW houden hun rechten en plichten zoals die in de cao WSW zijn opgenomen. Een belangrijk uitgangspunt bij de wijziging van de rol van de gemeente is het behoud van de werkgelegenheid en de persoonlijke ontwikkeling van de individuele medewerker.

Wat willen we bereiken?

De dorpsbelangen nemen medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in hun eigen dorp.

Wat hebben we bereikt?

De dorpsbelangen en bewonerscommissies hebben hun wijk- en dorpenbudgetten ingezet bij diverse activiteiten en projecten voor de leefbaarheid in de wijken en dorpen. Daarnaast denken de dorpsbelangen en bewonerscommissies op regio-niveau mee over regiozaken. Ook wordt een aantal zaken gezamenlijk en regionaal opgepakt.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

De wijk- en dorpenbudgetten voor 2104 – 2017 zijn verhoogd met € 1.500 per dorp per jaar. In 2015 zijn de regio-overleggen geformaliseerd. Het college bezoekt niet meer de afzonderlijke PB-en per dorp. In het najaar van 2015 hebben in plaats daarvan gesprekken plaatsgevonden op regio-niveau.

Wat merkt de inwoner ervan?

Omdat de wijk- en dorpenbudgetten zijn verhoogd, starten we met meer activiteiten en projecten in en door de dorpen. Deze initiatieven worden door de PB-en en bewonerscommissies financieel ondersteund. De PB-en worden geacht mee te denken in het regio-overleg over regiozaken. Een aantal projecten wordt dan ook regionaal opgepakt, zoals duurzaamheidswerkgroepen, internet bereikbaarheid met behulp van glasvezel en verkeersveiligheidsprojecten.

Inkomensverstrekking

Wat willen we bereiken?

We betrekken mensen bij de samenleving, voorkomen verdere achterstand tot de maatschappij en bevorderen een goede gezondheid.

Wat hebben we bereikt?

Samen met de klankbordgroep ‘Kansen voor Jeugd’ is een Bestedingsplan Armoedegelden 2016 – 2018 ontwikkeld. Hieruit is onder andere het Voorleesproject met Humanitas opgezet. Voor inwoners met een laag inkomen en kinderen was er een kledingactie. Deze actie is door inwoners zeer positief ontvangen. Lokale ondernemers hebben hier ook profijt van gehad.

De afspraken met Leergeld, Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds zijn uitgevoerd. Kinderen konden onder andere deelnemen aan de vakantiespelweken. Er is een personele koppeling gelegd tussen het Gebiedsteam en Leergeld. Hierdoor zijn de lijnen kort en meer kinderen bereikt. Door signalen uit de praktijk is het verstrekkingenpakket uitgebreid. De deelname aan de collectieve zorgverzekering, de AV Frieso, is toegenomen. Via Scala en het Gebiedsteam zijn inwoners geïnformeerd over het Noodfonds. Uit dit Noodfonds kunnen inwoners individuele vergoedingen krijgen voor uitgaven die normaal gesproken niet voor bijzondere bijstand in aanmerking komen.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

In 2015 is de kledingactie van 2014 herhaald en verlengd voor 2016. Er werd een intensieve communicatiecampagne gestart over de AV Frieso. Naast de gebruikelijke kanalen werden alle 200 gecontracteerde OWO-aanbieders benaderd en is er informatie bij dorpskranten aangeboden. Ook zijn gemeentelijke intermediairs zoals huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten bezocht. In samenwerking met Humanitas zijn minimagezinnen met kinderen aangeschreven voor vakantieweken en de Sinterklaasactie.

Wat merkt de inwoner ervan?

Inwoners kunnen met fors financieel voordeel deelnemen aan een uitgebreide verzekering. Vooral voor chronisch zieken en gehandicapten is dit een passend alternatief voor geschrapte geldelijke regelingen. Hiermee bevorderen we een goede gezondheid. Gezinnen met kinderen ontvangen kleding of schoenen in natura en kunnen deelnemen aan sport of andere activiteiten. Hiermee proberen we (verdere) achterstand te voorkomen.

Toelichting belangrijkste afwijkingen

In onderstaand overzicht lichten we de afwijkingen in de ‘overige baten en lasten’ > € 25.000 toe.

bedragen x € 1.000

Belangrijkste afwijkingen

Verschil

Jeugd

- 59 N

WMO nieuw (Begeleiding)

555 V

WMO oud

550 V

Participatie

474 V

Levensonderhoud

451 V

Bijzondere bijstand

- 74 N

Reserve sociaal domein

- 821 N

Algemene reserve

- 27 N

overige afwijkingen

11 V

Totaal afwijkingen

1.060 V

Jeugd (zorg in natura en PGB’s)

Dit betreft de kosten van PGB’s jeugd en de zorg in natura (ZIN) jeugd. De zorg in natura is deels via bestuurlijke inkoop in OWO-verband ingekocht en het grootste deel is ingekocht via de GR Sociaal Domein Fryslân (SDF). Van deze GR is een overzicht ontvangen per zorgaanbieder waarin de totale kosten voor 2015 zijn opgenomen. Dit is een bedrag van € 2,8 miljoen. Door de accountant van SDF is een accountantsverklaring afgegeven bij deze uitgaven. Vanuit de lokaal ingekochte zorg is een bedrag van € 240.000 gedeclareerd door de zorgaanbieders. Rekening houdend met het onderhanden werk dat is doorgegeven door de zorgaanbieders resteert een tekort van € 267.000.

Voor de PGB’s jeugd geldt dat in 2015 € 207.000 teveel aan voorschotten is betaald aan de Sociale verzekeringsbank (SBV). Zie voor een nadere toelichting hieronder bij PGB’s.Per saldo resteert een nadeel van € 59.000 op de kosten van jeugd. Dit bedrag onttrekken we aan de reserve Sociaal Domein en heeft daarom geen resultaatconsequenties (zie hieronder).

Wmo nieuw (zorg in natura en PGB’s)

Dit betreft zowel de kosten van zorg in natura die via bestuurlijke inkoop in OWO-verband is ingekocht en de PGB’s WMO nieuw. De uitgaven van de zorg in natura waren vooraf lastig in te schatten door onbetrouwbare (Vectis) bestanden vanuit de AWBZ. Inmiddels is gebleken dat we binnen de begroting gebleven zijn en een voordeel hebben van € 240.000. Dit met de kanttekening dat oude AWBZ indicaties gecontinueerd zijn. In 2016 voeren we herbeoordelingsgesprekken.

Voor de PGB’s WMO nieuw geldt dat in 2015 € 318.000 teveel aan voorschotten is betaald aan de Sociale verzekeringsbank (SBV). Zie voor een nadere toelichting hieronder bij PGB’s. Per saldo resteert een voordeel van € 558.000. Dit bedrag voegen we toe aan de reserve Sociaal Domein en heeft daarom geen resultaatconsequenties (zie hieronder).

Persoonsgebonden budgetten (PGB’s) jeugd en WMO nieuw

Gedurende 2015 zijn aan de SVB voorschotten betaald. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een rekenmodule ontwikkeld als handreiking om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van hun jaarrekening 2015. Met deze rekenmodule geeft de SVB gemeenten een inschatting van de totale zorgbestedingen op wetsniveau uit PGB in 2015. Deze inschatting is gebaseerd op de gecumuleerde bestedingen van deze budgetten en de nog te verwachten bestedingen in de komende periode met als peildatum 1 maart 2016. De bedragen in deze inschatting zijn gebaseerd op de informatie uit de systemen van de SVB. Ook vanuit de eigen administratie is berekend wat de uitgaven PGB’s zijn geweest in 2015. Beide laten een voordeel zien van in totaal € 525.000 (Jeugd en WMO). Dit bedrag is dan ook als vordering op de SVB opgenomen, aangezien teveel voorschotten zijn betaald.

Wmo oud

Het voordeel bestaat uit de volgende onderdelen:

Woningaanpassing

       88.000

Hulp bij huishouden

     278.500

Hulpmiddelen

       76.120

Vervoersvoorzieningen

       67.300

Overig

       40.080

     550.000

Dit totale overschot wordt toegevoegd aan de reserve Sociaal Domein en heeft daarom geen resultaatconsequenties.

Woningaanpassing
Er is één grote woningaanpassing van € 35.000 geweest, daarnaast zijn er 15 kleinere aanpassingen geweest. Wat meespeelt, is het feit dat belanghebbenden een eigen bijdrage betalen tot de kostprijs van de voorziening. Vooral bij kleinere aanpassingen kiest men er steeds vaker voor om dit, na overleg met het Gebiedsteam, in eigen beheer te doen. Ook worden, via de ‘Huistest’, oudere inwoners geattendeerd op het langer thuis blijven wonen in combinatie met bewustwording over wat men zelf kan doen om de woning daarvoor geschikt te maken.

Hulp bij het huishouden
Het college heeft in september besloten om de functie hulp bij het huishouden in 2016 te continueren. De raad heeft in oktober besloten om de huishoudelijke hulp toelage die we van het Rijk ontvangen voor 2015 en 2016, in te zetten ter dekking van de kosten hulp bij het huishouden.

Begroting primitief

1.000.000

Uitgaven

1.388.000

Tekort

(388.000)

Overschot onvoorzien

666.500*

Overschot HH

278.500

*Onderdeel van onvoorzien is de extra HH toelage die we van het Rijk hebben ontvangen in 2015 van € 579.000. Uitgaande van het tekort van € 388.000 en de extra HH toelage van € 579.000 resteert een overschot op deze toelage van € 191.000. We stellen voor deze € 191.000 expliciet te labelen binnen de reserve Sociaal Domein voor de te verwachten hogere kosten huishoudelijke hulp in 2016 en 2017.

Hulpmiddelen

  • De OWO gemeenten hebben samen met Heerenveen hun depot voor elkaar opengesteld. Voor het verstrekken van een hulpmiddel kijken we eerst in het gezamenlijke depot. Dit levert een herverstrekkingspercentage van 78% en daarmee veel lagere kosten op. Daarnaast heeft de huidige leverancier ver onder de marktprijs ingeschreven. In 2016 volgt een nieuwe aanbesteding hulpmiddelen waarbij we nu al weten vele malen duurder uit te zijn. Voordeel € 44.500.
  • Afkoopsom regresrecht, voordeel € 17.000. Als een derde aan iemand letsel toebrengt en diegene doet een beroep op de Wmo, dan kunnen wij de kosten (deels) verhalen op die derde. Daar zien we op advies van de VNG van af (veel en specialistisch werk, langdurige procedures, ongewisse uitkomst), daarom ontvangen we een jaarlijkse afkoopsom. In de meeste letselsituaties wordt een beroep op hulpmiddelen gedaan, daarom is de afkoopsom aan dit budget toegevoegd.
  • Overige, voordeel € 14.000

Vervoersvoorzieningen

  • Dit betreft in hoofdzaak vergoedingen voor inwoners die niet met het collectief taxivervoer reizen. Deze groep wordt steeds kleiner wat positieve budgettaire gevolgen heeft. Daarnaast worden hieruit individuele vervoersvoorzieningen betaald (wat niet onder hulpmiddelen valt). De uitgaven hiervoor fluctueren. Voordeel € 87.000.
  • Het taxitarief is per 1 januari 2015 geïndexeerd wat meerkosten tot gevolg heeft. Nadeel van € 20.000.

Participatie

Samengevat:
Over op het deelproduct participatie   € 474.063
Dit bestaat uit:
⦁   Overschot meeneem          27.160
⦁   Tekort op inburgering        (6.379)
⦁   Totaal                                         € 20.781
Resteert uit algemene middelen         € 453.282

Op de WSW is een voordeel behaald door een daling van het aantal werknemers (dienstverbanden) binnen de Sociale Werkvoorziening. Dit als gevolg van natuurlijk verloop en het beëindigen van tijdelijke dienstverbanden die niet omgezet konden worden in een vast contract in het kader van beschut werk.

Het re-integratiebudget van € 650.000 is in 2015 uitgegeven. Van de meeneemregeling 2014 ad € 179.766 is in 2015 € 152.606 uitgegeven. Zodat nog resteert € 27.160. Het voorstel is om dit bedrag mee te nemen naar 2016; dit is exclusief bedoeld voor re-integratie (Participatiebudget). Zie hieronder bij ‘algemene reserve’.

Het voorstel is het restant van € 453.000 (van het totaal beschikbare bedrag vanuit de algemene middelen van € 650.000) over te hevelen naar de algemene reserve via de resultaatbestemming aangezien deze middelen ook beschikbaar zijn gesteld vanuit de algemene middelen. Het voorstel is deze middelen binnen de algemene reserve specifiek beschikbaar te houden voor de herstructurering van Caparis.

Levensonderhoud

Voordeel per saldo € 327.000 m.b.t. bijstand < 65, IOAW en IOAZ

Geraamd 2015

Gerealiseerd 2015

Werkelijk 2014

Bijstand

581

544

518

IOAW

32

54

44

IOAZ

6

5

6

  • Als gevolg van bovenstaande gerealiseerd ten opzichte van geraamd is een voordeel ontstaan van € 340.000.
  • Daarnaast is het I-deel dat we ontvangen van het Rijk positiever uitgevallen dan geraamd. Voordeel € 27.000.
  • We hebben hogere ontvangsten uit terugvordering en verhaal van € 52.000.
  • Bij een hoger I-deel en meer opbrengsten uit terugvordering komen we niet voor de Vangnetuitkering in aanmerking (de drempel van een tekort > 5% is in 2015 niet gehaald). Nadeel € 92.000 (hier was wel rekening mee gehouden in de begroting).

Voordeel BBZ (besluit bijstandsverlening zelfstandigen), voordeel € 124.000
Er zijn minder (grote) leningen verstrekt waardoor een meevaller is ontstaan en er is meer afgelost op leningen dan geraamd (er zijn een paar grote leningen afgelost, waarvan een groot deel niet met SZW verrekend hoeft te worden).

Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand < 65 jaar, nadeel per saldo € 74.000

  • Dit nadeel valt te verklaren door de explosief gestegen kosten van bewindvoering. Dit speelt landelijk en inmiddels is er wetgeving in de maak om, voordat de rechter een bewindvoerder aanstelt, eerst de gemeente te vragen of er andere (goedkopere) oplossingen zijn. Overigens heeft dit nadeel weer positieve gevolgen voor het budget schuldhulpverlening. Nadeel € 133.000.
  • Er is in de begroting niets geraamd voor inkomsten uit terugvordering bij bijzondere bijstand. Dat levert een meevaller op van € 59.000.

Schuldhulpverlening, voordeel € 11.000
Bij de eerste marap is dit budget al verlaagd met € 45.000. Nu is er nog een batig saldo van € 11.000. De Kredietbank Nederland geeft uitvoering aan ons beleidsplan schuldhulpverlening wat inhoudt dat niet voor iedereen direct het dure traject schuldsanering wordt ingezet. Eerst wordt gekeken wat nodig is. Inwoners worden waar mogelijk altijd wel geholpen (stabilisatie) maar men komt niet langer (keer op keer) in schuldsanering. Daardoor zijn we goedkoper uit.

Individuele inkomenstoeslag, nadeel € 22.000
Er hebben meer inwoners een beroep gedaan op deze inkomensondersteunende toeslag. Dit is ook logisch gezien het stijgende bestand uitkeringsgerechtigden en het aantal inwoners dat langer in de bijstand zit en daardoor tot de doelgroep van deze regeling behoort.

Armoedebeleid, per saldo voordeel € 13.000

  • Dit betreft enerzijds de kledingbonnenactie. Hieraan is € 14.000 meer uitgegeven.
  • Daarnaast de ‘reguliere’ uitgaven armoedebeleid: AV Frieso, Humanitas, Stichting Leergeld etc. Hier is € 28.000 minder uitgegeven.

Reserve sociaal domein

  • Toevoeging als gevolg van teveel betaalde voorschotten PGB’s aan de SVB (jeugd en WMO) € 525.000 (zie hierboven)
  • Onttrekking vanuit ZIN jeugd € 267.000
  • Toevoeging vanuit de nieuwe Wmo begeleiding (ZIN), € 240.000 (zie hierboven)
  • Toevoeging vanuit oude Wmo € 550.000 (zie hierboven)
  • Onttrekking van per saldo € 186.000: onttrekkingen hebben reeds plaatsgevonden bij de 1e en 2e Marap, betreft voornamelijk incidentele beschikbaar stelling van capaciteit voor uitvoering decentralisaties ad € 206.000
  • Een begrote onttrekking van € 41.000 was niet nodig vanuit de reserve

Algemene reserve

Dit betreft het restant op de meeneemregeling, een bedrag van € 27.160. Zie hierboven bij participatie.